Column #15 Une Histoire de vent

50 jaren in 50 films

Une Histoire de vent (1988)

Regie: Jorens Ivens

Joris Ivens (Nijmegen, 1898 – Parijs 1989) hoorde begin vorige eeuw bij de internationale avant garde van documentairemakers. Hij werd bekend met films als De brug (1928) (over De Hef in Rotterdam), Regen (1929) en Zuiderzee (1930), waarin hij experimenteerde met beweging en ritme. Later ging zijn belangstelling steeds meer uit naar sociale onderwerpen en werd hij overtuigd communist. Hij raakte in Nederland omstreden, onder meer omdat hij propagandafilms maakte voor de Sovjet-Unie en met Indonesia Calling de Indonesische onafhankelijkheidsbeweging steunde. In de jaren tachtig werd hij gerehabiliteerd door de toenmalige minister van cultuur Brinkman. In 1988 werd hij uitgeroepen tot ereburger van Nijmegen en enkele maanden later werd hij geridderd door koningin Beatrix. Zo kreeg Joris Ivens, na over de hele wereldprijzen te hebben ontvangen, ook erkenning in eigen land, enkele maanden voor zijn dood.

In 1988 maakte hij zijn laatste film, samen met zijn partner Marceline Loridan. Het autobiografische Une histoire de vent geeft een beeld van Ivens veelbewogen leven en zijn wereld, die zich uitstrekte van Europa tot en met het verre Oosten. Ook in dit filmisch testament was Ivens weer op zoek naar een nieuwe filmtaal, een mengvorm van fictie en documentaire, waarin hijzelf, naast de wind, de hoofdrol speelt.

De film die in het water viel

1988

Geschreven door Ted Chiaradia

Voor menig cinefiel of notabele was het bezoek van de destijds befaamde cineast en wereldburger Joris Ivens aan zijn geboortestad Nijmegen een historisch moment. Voor Filmcentrum de Mariënburg, zoals het Filmhuis toen nog heette, was het slechts een kleine voetnoot in de geschiedenis. 1988 was veel meer het jaar van de totstandkoming van een derde filmzaal. De volgende stap naar erkenning en volwassenwording.

Daar kwam bij dat het bezoek van Ivens aan het Filmhuis lang aan een zijden draadje hing. Sterker nog, het was eigenlijk helemaal niet gepland. Hoewel verwacht werd dat wij zouden zorgen voor een klein retrospectief met het oudere werk van Ivens, leek het voor de rest alsof voor de gemeente en het organisatiecomité het Filmhuis niet bestond. Een bezoek van de oude meester aan het Filmhuis, daar kon geen sprake van zijn. Dat liet het drukke schema van de oude baas niet toe. Ook met een mogelijke vertoning van zijn meesterlijke Une histoire de vent, die enkele weken daarvoor zijn wereldpremière had in Venetië, was geen rekening gehouden. Dat liet het kostenplaatje niet toe, geen geld meer.

Zo lag bij het bezoek aan Nijmegen alle nadruk op officiële plichtplegingen tot aan een speciale raadsvergadering toe, waarin Ivens officieel benoemd werd tot ereburger van de stad. Die vergadering verliep ook niet geheel rimpelloos en in de kantlijn hoorde je best wel wat bezwaren over het communistische verleden van de oude cineast. Zo liet een aantal raadsleden, onder wie een latere wethouder van cultuur, verstek gaan bij dit historische moment. Nijmegen op zijn smalst!

Slechts een paar weken voor zijn bezoek aan Nijmegen ontving de toen 89-jarige Joris Ivens in Venetië op het filmfestival de speciale Gouden Leeuw voor zijn oeuvre. Een moment van erkenning. Maar belangrijker, zijn laatste film, Une histoire de vent beleefde daar zijn wereldpremière. Nederland, en dus ook Nijmegen, moest nog een tijdje wachten op de première van Ivens’ magnus

opus. Deze vond pas plaatst op 26 januari 1989, op het Internationale Filmfestival Rotterdam in aanwezigheid van koningin Beatrix. Op dezelfde donderdag was de film eindelijk ook in het Filmcentrum te zien en ook dat had weer allerlei voeten in de aarde. De verhuurder, tevens eigenaar van de bioscoop The Movies in Amsterdam, was namelijk helemaal niet van plan om een extra kopie van die film aan Nijmegen te leveren. Ik moest er speciaal voor naar het kantoor van de distributeur in Amsterdam. Een hallucinante ervaring, ik leek wel op de set van The Godfather terecht te zijn gekomen. In een grote leren fauteuil moest ik mijn pleidooi houden voor een extra filmkopie in Nijmegen als Ivens-stad. Dat was weer de filmwereld ten voeten uit, de rechten van de meest artistieke films zijn meestal in bezit van de meest louche types. Uiteindelijk kon ik de film krijgen, maar dan wel vooraf contant 3 mille afrekenen als voorschot in de kosten. ‘En alle risico’s voor jullie, want ik wil nog wel eens zien of er voldoende bezoek voor is, daar in Nijmegen!’ Dat risico was er natuurlijk niet, het publiek stroomde in groten getale toe voor de laatste film van de verloren zoon.

Hoe zat dat eigenlijk ook alweer in die jaren-van-voor-de-digitalisering met de distributie en vertoning van de films? Alle films waren toen alleen op celluloid beschikbaar en alleen de grote Amerikaanse blockbusters verschenen in tientallen kopieën tegelijk in de bioscopen. Van filmhuis- en arthouse-titels was doorgaans niet meer dan een vijftal 35 mm prints beschikbaar. En die gingen automatisch naar de grotere steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Tussen Groningen en Nijmegen was er dan het gevecht voor de vijfde kopie. Soms had je helemaal het nakijken als een film in nog minder prints uitgebracht werd of als in Amsterdam twee bioscopen de première hadden. Wel was er in die tijd altijd nog een serie 16 mm prints beschikbaar. Maar die waren slechter van kwaliteit omdat ze gekopieerd waren van de 35 mm-kopieën, met minder scherp beeld en matig geluid. Het regende dan ook klachten als we ze draaiden. Zo herinner ik me Frank Boeijen nog die met zijn toenmalige Engelse vriendin een film van Hal Hartley (wie kent hem nog?) bezocht. Zij kon werkelijk niets van de dialogen verstaan.

Hoe Joris Ivens uiteindelijk in oktober 1988 dan toch langskwam in het Filmhuis? Dat had alles te maken met de realisering van onze derde zaal, waar in het voortraject lang schamper over werd gedaan. Eén van de opmerkingen: ‘Die derde filmzaal zal er toch niet komen, net als dat tweede kabinet Den Uyl!’ Toen wij voorstelden dat het een geweldig idee zou zijn als Ivens deze nieuwe zaal zou openen, hadden we eindelijk beet. Het schijnt dat hij zelf heeft

voorgesteld om Marceline Loridan, zijn levensgezellin en coauteur van zijn laatste film, de openingshandeling te laten verrichten. In tegenstelling tot haar stond híj immers die dagen al genoeg in de belangstelling. Omdat de oude Ivens aan astma leed, moest het pand trouwens helemaal rookvrij zijn en vooraf een hele dag en nacht gelucht worden.

Uiteindelijk was de ontmoeting met Ivens en Loridan memorabel voor het filmhuis maar zeker ook voor mezelf. Ik had niet alleen een leuk gesprek, hij toonde oprechte interesse en had oog voor onze moeilijke strijd voor de betere film. Zijn compassie en engagement verraste en ontroerde tegelijkertijd. Van vertegenwoordigers van de gemeente had ik eerder een dergelijke betrokkenheid nooit ervaren. Tijdens het drinken van een kelkje oude jenever vroeg hij met pretogen of ik ook gehoord had dat zijn film tijdens het festival in Venetië in de lagune was gevallen. Daar was ik inderdaad al van op de hoogte. Het lag op mijn lippen om eraan toe te voegen: ‘Ja Joris, hier is bijna ook alles in het water gevallen.’

Uiteindelijk was de lang gekoesterde wens in vervulling gegaan, een groot cineast op bezoek, vanzelfsprekend hadden we hiermee onze media-aandacht en de derde filmzaal was gerealiseerd. Een sfeervol filmzaaltje met dertig stoelen, waardoor er meer ruimte kwam voor kleinere films en retrospectieven. In beide andere zalen kon goed lopend werk langer geprolongeerd worden. Door de forse uitbreiding van het aantal voorstellingen, niet alleen door die derde zaal maar ook door de introductie van een nieuw filmblok rond de klok van 18 uur – als eerste filmhuis buiten Amsterdam – en door de invoering van de nachtfilm kwam er automatisch meer bezoek en meer horecaomzet. Vooral dat laatste zorgde eindelijk voor meer financiële armslag.

Hebben het bezoek van Joris Ivens en de première van zijn Une histoire de vent hier destijds aan bijgedragen? Natuurlijk niet, maar als ik er nu na meer dan 40 jaar over reflecteer, dan begin ik te twijfelen. Ik heb er de prachtige filmkritiek uit de Volkskrant van die jaren nog eens op nageslagen. Hierin schrijft Peter van Bueren over het onroerende verhaal van de oude man, de filmmaker, die het onmogelijke waar wil maken, het vangen van de wind: ‘Op zijn oude dag komen bevlogenheid, idealisme en utopie samen en blijkt Ivens de jongste filmer ter wereld. Een man die opnieuw de weg wijst, ook in zijn vak. De weg die de documentaire kan gaan om ergens tussen een verslag van de werkelijkheid en de verbeelding uit de komen. Daar kan het onmogelijke waar gemaakt worden, kan de wind gevangen worden.’

Het onmogelijke waarmaken, je dromen najagen, de wind vangen is dat niet de drijfveer van elke kunstenaar? En in afgeleide vorm ook niet die van elke bevlogen cultuurmanager? Met de wetenschap van nu denk ik toch dat op die avond in oktober 1988 ergens een zaadje is geplant door Joris Ivens en Marceline Loridan. Weer een stap dichter bij het ultieme doel om een serieus arthouse te zijn en het liefst het grootste zo niet beste van het land. Precies 12 jaar later kwam het allemaal samen: de opening van LUX als arthouse.

Over de column-reeks 50 films, 50 verhalen

Dat wat nu een van de grootste arthouses van Europa is, kende een halve eeuw geleden als Filmhuis een uiterst bescheiden begin. In de jaren die volgden, nam het Filmhuis snel een hoge vlucht: sterk stijgende bezoekersaantallen, steeds betere technische faciliteiten en een uitgekiende programmering. Van De Lindenberg verhuisde het Filmhuis naar het politiek-cultureel centrum O42, daarna kreeg het een eigen huisvestiging aan de Mariënburg en veranderde de naam in Cinemariënburg en tot slot werd het in 2000 omgedoopt tot LUX. Met de columnreeks ’50 films, 50 verhalen’ blikken we terug op 50 jaar Filmhuis en arthousefilms in Nijmegen. We delen 50 persoonlijke verhalen vol anekdotes over evenzovele films een indruk geven van de programmatische signatuur waar Filmhuis/Cinemariënburg/LUX door de jaren heen voor stonden. Maar tussen de regels door vertellen ze ook veel over wat er de afgelopen halve eeuw in de (film)wereld veranderd is.

Kijk 'A Tale of the Wind - Une histoire de vent 1988 - Full Movie' op YouTube

Uitgelicht door LUX

Column #15 Une Histoire de vent

Verbouwupdate #5

Première bioscoopfilm ‘Nijmegen, zo mooi als het was’

Verbouwupdate #4

LUX leert ruim 1.000 mbo-studenten kritisch kijken naar nepnieuws

DOCUMENTAIRE OVER DE VOEDSELBANK VOOR EEN VERLAAGDE PRIJS